Dit medicijn helpt bij het stoppen met roken.
Gebruiken tot het u lukt niet te roken, ook al heeft u zin in een sigaret. Meestal is dat na twee tot drie maanden.
U stopt met roken op dag zeven of acht. De stopdag heeft u met de dokter afgesproken.
Bijwerkingen, zoals een droge mond of minder goed slapen, gaan na één tot twee weken over.
Dit medicijn kan van invloed zijn op uw rijvaardigheid. Wilt u meer informatie?
Kijk op www.rijveiligmetmedicijnen.nl of vraag uw apotheker om advies.
Hoe helpt het medicijn?
Stoppen met roken is meestal niet gemakkelijk. Nadat u gestopt bent zult u nog lang zin hebben om weer te gaan roken. Dit medicijn kan u helpen bij het stoppen. Als u stopt met roken dan kunt u ontwenningsverschijnselen krijgen. U kunt bijvoorbeeld snel geïrriteerd (boos) zijn en u kunt zich misschien minder goed concentreren. Sommige mensen voelen zich minder rustig, hebben meer honger en hoofdpijn. U kunt het ook koud hebben, last van uw maag en darmen hebben en minder goed slapen. Dit medicijn wordt vaak gebruikt bij een depressie, maar het helpt ook bij het stoppen met roken. Door dit medicijn heeft u minder zin om te roken en ook minder last van ontwenningsverschijnselen.
Hoe lang moet u het medicijn gebruiken?
U gebruikt dit medicijn tot het u lukt niet te roken, ook al heeft u zin in een sigaret. Bij de meeste mensen is dit na twee tot drie maanden. U kunt dan van de ene op de andere dag stoppen met dit medicijn. Lukt het niet om helemaal te stoppen met roken? Overleg dan met uw dokter voordat u stopt met het gebruik van dit medicijn. Uw dokter schrijft dit medicijn meestal niet langer dan drie maanden voor. Het heeft namelijk geen zin om dit medicijn langer te gebruiken, ook al is stoppen met roken nog niet gelukt.
Wanneer merkt u dat het medicijn helpt?
Uw lichaam moet eerst even wennen aan het medicijn. Daarom start u met het medicijn als u nog rookt. Als u het medicijn zeven of acht dagen heeft gebruikt, stopt u met roken. U beslist samen met uw dokter welke dag dat precies is. U merkt dan dat u minder zin heeft in een sigaret. Als dat niet zo is, bespreek dit dan met uw dokter.
Hoe gebruikt u het medicijn?
Meestal begint u met één keer per dag 25 mg. Na drie dagen één per dag 50 mg. Na nog eens drie dagen gaat u één per dag 75 mg gebruiken. Dit blijft u gebruiken tot u met het medicijn kan stoppen. U stopt met roken op dag zeven of acht. De dokter kan ook lagere doseringen voorschrijven.
Medicijn vergeten?
Bent u het medicijn vergeten in te nemen en duurt het langer dan acht uur voor u de volgende moet innemen? Neem het dan alsnog in. Duurt het minder dan acht uur? Sla dan over. Lees ook de bijsluiter of kijk op www.apotheek.nl voor meer informatie.
Hoe moet u dit medicijn bewaren?
Bewaar het medicijn op kamertemperatuur in de originele verpakking.
Wat kunt u nog meer voelen als u dit medicijn gebruikt (bijwerkingen)?
De meeste medicijnen kunnen onbedoelde klachten geven. We noemen dit bijwerkingen. Als u dit medicijn gebruikt dan kunt u bijvoorbeeld last krijgen van een droge mond. U kunt dan bijvoorbeeld zuigen op een suikervrij snoepje of een ijsblokje. Suikervrije kauwgom is ook goed. Ook kunt u last krijgen van slaperig zijn, een licht gevoel in het hoofd en moeilijker kunnen poepen. Heeft u er last van of maakt u zich ongerust? Vraag dan advies aan uw apotheker of arts.
Dit medicijn kan van invloed zijn op uw rijvaardigheid.
Kijk voor meer informatie op: www.rijveiligmetmedicijnen.nl of vraag uw apotheker om advies. Wettelijk bent u aansprakelijk als u onder invloed bent van medicijnen die de rijvaardigheid beïnvloeden. U kunt dit vergelijken met alcoholgebruik in het verkeer.
VD-44/ cat. II
Dit medicijn kan uw rijvaardigheid beïnvloeden. Wettelijk bent u aansprakelijk als u onder invloed bent van medicijnen die de rijvaardigheid beïnvloeden. U kunt dit vergelijken met alcoholgebruik in het verkeer. Of u mag autorijden, is niet alleen afhankelijk van het medicijn maar ook van uw ziekte. Bij sommige ziektes mag u niet autorijden. Overleg met uw dokter of u met uw ziekte mag autorijden.
Het advies voor dit medicijn:
Dit medicijn kan bepaalde bijwerkingen veroorzaken en deze kunnen uw rijvaardigheid verminderen. Deze bijwerkingen zijn wazig zien, sufheid, vermoeidheid, slaperigheid, duizeligheid, moeite met concentreren en verwardheid. Door deze bijwerkingen is de invloed van dit medicijn op uw rijvaardigheid in de eerste week van gebruik groter dan na het drinken van twee standaardglazen alcoholische drank. Het drinken van meer dan twee glazen alcoholische drank veroorzaakt een hoeveelheid alcohol groter dan 0,5 promille (%). Bij meer dan 0,5% mag u volgens de wet niet meer autorijden. Na gebruik gedurende een week, raken de meeste mensen gewend aan deze bijwerkingen en kunnen ze wel weer autorijden. Rijd daarom de eerste week dat u dit medicijn gebruikt geen auto. Beoordeel na een week hoeveel last u van de bijwerkingen heeft. Rijd geen auto als u last van deze bijwerkingen heeft.
Denkt u dat u kunt autorijden? Vraag dan iemand om de eerste paar keer naast u te zitten en uw rijvaardigheid te beoordelen. Voor uzelf is het vaak moeilijk te zien of u minder goed rijdt. Deze persoon kan dan zien of u met wisselende snelheden rijdt, slingert of geïrriteerd reageert op normaal gedrag van medeweggebruikers.
Rijd niet als u onscherp ziet.
Rijd niet als u slaperig, nerveus, angstig of duizelig bent, moeite heeft u te concentreren of wakker te blijven of als u niet weet langs welke route u naar een bestemming bent gereden.
Rijd niet als u alcohol heeft gebruikt. Alcohol versterkt de versuffende bijwerking van dit medicijn in belangrijke mate.
Rijd niet langer dan een uur achter elkaar, ook al voelt u zich goed.
Rijd niet ’s nachts of bij slecht weer.
Rijd geen auto als u dit medicijn gebruikt in combinatie met andere medicijnen die uw rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.
