Zyban

Uw medicijn in het kort

  • Helpt bij stoppen met roken.

  • Gebruiken tot u geen zin meer heeft om te roken; meestal is dat zeven tot negen weken.

  • Uw lichaam moet eerst wennen aan het medicijn. U stopt met roken na zeven tot tien dagen.

  • Bijwerkingen kunnen zijn: een droge mond, misselijkheid en/of slecht slapen.

  • Dit medicijn kan van invloed zijn op uw rijvaardigheid.
    Wilt u meer informatie? Kijk op rijveiligmetmedicijnen.nl of vraag uw apotheker om advies.

Werking

Hoe helpt het medicijn?

Stoppen met roken is niet makkelijk. Daarom helpt dit medicijn u daarmee. Nadat u bent gestopt kunnen er nog moeilijke momenten zijn, of u krijgt last van ontwenningsverschijnselen.

Ontwenningsverschijnselen

Als u niet meer rookt, krijgt uw lichaam geen nicotine meer binnen. Mogelijk krijgt u daardoor last van ontwenningsverschijnselen. U kunt snel geïrriteerd (boos) zijn, of een verminderde concentratie hebben. Sommige stoppers voelen zich onrustig, hebben meer honger en last van hoofdpijn. U kunt het ook koud hebben, last krijgen van uw maag en darmen of minder goed slapen. Door dit medicijn heeft u minder zin om te roken en minder last van ontwenningsverschijnselen. Dit vergroot de kans dat uw stoppoging slaagt.

Gebruik

Hoe lang moet u het medicijn gebruiken?

U gebruikt dit medicijn tot het u lukt om niet te roken, ook al heeft u zin in een sigaret. Bij de meeste mensen is dit na zeven tot negen weken. Stop niet zomaar met het gebruik van dit medicijn; dan kunnen er klachten ontstaan. Bijvoorbeeld hoofdpijn, misselijkheid of duizeligheid. Als u stopt bespreekt uw dokter met u een persoonlijk plan. Vraag uw dokter of apotheek om informatie.

Wanneer merkt u dat het medicijn helpt?

Uw lichaam moet eerst wennen aan het medicijn. Daarom start u met dit medicijn als u nog rookt. In de tweede week dat u dit medicijn gebruikt, stopt u met roken. U beslist samen met uw dokter welke dag dat precies is. U merkt dan dat u minder zin heeft in een sigaret. Als dat niet zo is, bespreek dit dan met uw dokter of apotheker.

Hoe gebruikt u het medicijn?

U neemt de eerste zes dagen elke dag één tablet in. U moet de tablet heel doorslikken en er niet op kauwen. Na zes dagen neemt u twee keer per dag één tablet in. Er moet dan minimaal acht uur tussen inname van de tabletten zitten. Niet vlak voor het slapen innemen. Dit medicijn kan namelijk slaapproblemen geven. In sommige gevallen kiest uw arts ervoor om te starten in een afwijkend schema. Volg daarom altijd de aanwijzingen op het etiket.

Medicijn vergeten?

Bent u vergeten een tablet in te nemen en is uw innamemoment minder dan twee uur geleden? Neem het dan alsnog in. Is het langer dan twee uur geleden? Sla dan over. Lees ook de bijsluiter of kijk op apotheek.nl voor meer informatie.

Hoe moet u dit medicijn bewaren?

Bewaar het medicijn op kamertemperatuur in de originele verpakking.

Let op: heeft u een kinderwens, bent u zwanger of geeft u borstvoeding? Bespreek de risico’s dan met uw voorschrijver.

Bijwerkingen

Wat kunt u nog meer voelen als u dit medicijn gebruikt (bijwerkingen)?

De meeste medicijnen kunnen onbedoelde klachten geven. We noemen dit bijwerkingen. Als u dit medicijn gebruikt, kunt u bijvoorbeeld last krijgen van een droge mond, slecht slapen of misselijkheid. Als u last heeft van een droge mond kunt u het beste zuigen op een suikervrij snoepje of een ijsblokje. Suikervrije kauwgom is ook goed. Kunt u niet goed slapen? Neem het medicijn dan ’s avonds een paar uur eerder in. Zorg er wel voor dat er tussen het tablet dat u ’s avonds en ’s morgens inneemt acht uur verschil zit. U krijgt meer bijwerkingen als u de tablet kapot bijt.

Uw medicijn in het verkeer

VD-06 / cat. II

Dit medicijn kan uw rijvaardigheid beïnvloeden. Wettelijk bent u aansprakelijk als u onder invloed bent van medicijnen die de rijvaardigheid beïnvloeden. U kunt dit vergelijken met alcoholgebruik in het verkeer. Kijk voor meer informatie op rijveiligmetmedicijnen.nl of vraag uw apotheker om advies.

Het advies voor dit medicijn

Dit medicijn vermindert de rijvaardigheid door de bijwerkingen, zoals een verminderd concentratievermogen, slaperigheid, wazig zien en duizeligheid. Dit medicijn heeft een licht tot matig negatieve invloed op de rijvaardigheid. Dit is vergelijkbaar met een alcoholconcentratie van 0.5-0.8 promille (%). Bij meer dan 0.5% mag u volgens de wet niet meer autorijden.

Rijd de eerste week dat u dit medicijn gebruikt geen auto

Beoordeel daarna hoeveel last u van de bijwerkingen heeft. Na verloop van tijd raken de meeste mensen gewend aan de bijwerkingen en kunnen ze weer autorijden. Iedereen reageert echter anders. Rijd geen auto als u wel last heeft van de hierboven genoemde bijwerkingen. Bent u door dit medicijn suf en slaperig en gebruikt u het één keer per dag? Neem het dan in voor u gaat slapen zodat u er overdag minder last van heeft.

Tips voor als u denkt dat u weer kunt autorijden:

  • Vraag iemand om de eerste keer naast u te zitten en uw rijvaardigheid te beoordelen. U kunt zelf lastig beoordelen of u minder goed rijdt.

  • Rijd niet als u onscherp ziet.

  • Rijd niet als u slaperig, nerveus, angstig of duizelig bent en/of moeite heeft met concentreren of wakker blijven.

  • Rijd niet als u alcohol heeft gebruikt. Alcohol versterkt de versuffende bijwerking van dit medicijn in belangrijke mate.

  • Rijd niet ’s nachts of bij slecht weer.

  • Rijd niet langer dan één uur achter elkaar, ook al voelt u zich goed.

  • Rijd geen auto als u dit medicijn gebruikt in combinatie met andere medicijnen die uw rijvaardigheid kunnen beïnvloeden.

Ontzorging van A tot Z bij complexe geneesmiddelen


© ApotheekZorg 2024
| ApotheekZorg op social media: